Effectief communiceren met goede vragen

3 verrassende lessen uit het boek Socrates op sneakers

“We dénken dat we de hele dag door vragen stellen, maar eigenlijk spreken we een zin uit met een vraagteken erachter. Waarom heb je alweer niet gestofzuigd? Vind jij Piet ook zo kortaf de laatste tijd?” Ik moest hardop lachen toen ik dit stukje las uit het boek Socrates op sneakers van Elke Wiss. Wat mij betreft een aanrader voor iedereen met de wens om meer te halen uit gesprekken. In je privéleven, maar zeker ook op de werkvloer. Denk bijvoorbeeld aan het voeren van moeilijke gesprekken tijdens organisatieverandering. In deze blog deel ik drie lessen uit het boek. 

Om mee te beginnen: het socratisch gesprek in een notendop

‘Het enige wat ik weet, is dat ik niets weet.’ Deze uitspraak van Socrates heb je vast wel eens eerder gehoord. Het is het uitgangspunt van het socratisch gesprek, waarin de focus ligt op vragen in plaats van antwoorden. Gesprekspartners overtuigen elkaar niet van hun eigen mening, maar gaan samen op onderzoek naar kennis. Daar is een vragende houding voor nodig: onwetend, verwonderend en nieuwsgierig.

Wat levert het stellen van goede vragen ons op?

Met goede vragen die bij het verhaal van de ander blijven, kun je effectief communiceren. Je gesprekken zullen verdiepen als je een nieuwsgierige houding aanneemt. Je leert jezelf en je gesprekspartner beter kennen. Dat levert begrip en verbinding op: twee prettige – of misschien zelfs onmisbare – componenten in (verander)communicatie. Deze verrassende lessen haalde ik uit Socrates op sneakers:

#1 We zijn héél veel met onszelf bezig

Iets wat tussen onszelf en een verdiepend gesprek in staat, is het feit dat we graag over onszelf praten, en vragen stellen vanuit ons eigen denkkader. Oeps! Ach, we kunnen de schuld geven aan onze biologie. Wanneer je over jezelf praat, worden namelijk dezelfde systemen in de hersenen geactiveerd als bij de stimuli seks, cocaïne en goed eten. We praten dus liever over onszelf, want dat roept een beloningsgevoel op. 

Maar ook als we wél die vraag stellen, kan het moeilijk zijn om echt bij de ander te blijven. Elke Wiss legt het uit: “Maar al te vaak gaat een vraag eigenlijk over onszelf. Over onze angsten, gevoelens, ideeën, allergieën, behoeftes.” Misschien herken je het wel. Met een vraag als “zou je dat nou wel doen?”, laat je vooral je eigen angst doorschemeren, in plaats van dat je benieuwd bent naar de gedachte van de ander. Goed om in ons achterhoofd te houden, want volgens Socrates op sneakers blijft een goede vraag altijd bij het verhaal van de ander.

#2 Niet oordelen is onmogelijk

We oordelen volop, want zo maken we keuzes. Cappuccino of zwarte koffie? De bus pakken of een stuk wandelen? Oordelen is menselijk, we doen het de hele dag door. Het is grappig om te zien dat oordelen vooral wordt bestempeld als niet wenselijk als het gaat om een oordeel dat we als negatief beschouwen. De meesten hebben er namelijk geen probleem mee om het oordeel ‘slim’ of ‘bijzonder’ te krijgen.

Let wel op het verschil tussen oordelen en veroordelen. Bij dat laatste komt afkeuring om de hoek kijken, terwijl objectief oordelen niets anders is dan “door redenering tot een gevolgtrekking komen.” Een voorbeeld uit het boek om het verschil toe te lichten: “Je constateert bijvoorbeeld dat Pietje slordig is, omdat hij zijn bureau niet opruimt, zijn toetsenbord onder de koffievlekken zit en zijn afspraken niet nakomt. Maar als je zou zeggen ‘slordig zijn is verwerpelijk’, verschuift het oordelen naar veroordelen.”

Ook al oordelen we dus de hele dag; we hoeven dat oordeel niet altijd serieus te nemen, en we doen er goed aan om eerder gevormde oordelen los te durven laten. De les die Elke Wiss meegeeft: “Heb een oordeel én durf dat oordeel te onderzoeken, flink ondersteboven te houden en er hard tegenaan te schoppen.” 

#3 Empathie is níét altijd de heilige graal

Empathisch luisteren: altijd doen in gesprek, toch? Jezelf kunnen verplaatsen in de ander zorgt voor begrip. Maar wees je bewust van de keerzijde: het kan je afremmen in het stellen van verdiepende vragen en zo kan empathie effectief communiceren belemmeren. Is dat dan niet lullig voor de gesprekspartner, om niet meteen in de empathische modus te schieten? Niet per definitie. Níét empathisch zijn levert de ander soms juist meer op.

Elke Wiss legt het uit: “Wanneer je tijdens een gesprek in je empathie schiet, en hulp biedt, een tip geeft, een eigen ervaring deelt, dan stopt de beweging van het denken.” Dat komt doordat het meevoelen met andermans pijn of emoties ervoor zorgt dat je niet meer objectief kan beoordelen. Daardoor wordt het moeilijker om verdiepende en onderzoekende vragen te stellen.  “Wanneer het je lukt om in de empathische nulstand te blijven (je registreert dan wel emoties van je gesprekspartner, maar bevestigt of ontkent ze niet), schep je ruimte voor de ander om bij zijn eigen denken te blijven en dat te verdiepen. Een groter cadeau kun je iemand soms bijna niet geven.”

Effectief communiceren met een socratisch gesprek

Om alle lessen te leren die Socrates op sneakers rijk is, raad ik je aan om het boek te lezen. Toch hoop ik dat deze eerste drie lessen je meer inzicht hebben gegeven in de kunst van effectief communiceren. In het kort: 

  • We hebben de neiging om het gesprek snel naar onszelf te trekken, maar een goede vraag blijft bij het verhaal van de ander. Wees je dus bewust van je eigen denkkader, en probeer het antwoord van een ander niet op jezelf te betrekken. 
  • Niet oordelen is onmogelijk, maar probeer je oordeel niet te serieus te nemen en deze te onderzoeken. Vraag jezelf tijdens een gesprek af: klopt dit oordeel wel? En waarom?
  • Empathie tonen voelt vriendelijk, maar de empathische nulstand heeft de kracht om het gesprek naar een hoger niveau te tillen. Probeer emoties van je gesprekspartner niet meteen te bevestigen door mee te leven, maar help de ander door een inzichtelijke vraag te stellen. 
Scroll naar boven